Wedergeboorte van lokaal bier
In een ver verleden telde Rotterdam tientallen bierbrouwerijen. Die tijden herleven nu lokaal bier weer in opkomst is. Maar wanneer mag een bier eigenlijk Rotterdams heten?
Of die Rotterdamse biertjes het een beetje goed doen? „Ze zijn niet aan te slepen”, antwoordt de barman van De Bokaal aan de Nieuwemarkt. „De IPAL en de Noordtsingle van Brouwerij Noordt bijvoorbeeld, of de C’est Zon van Kaf & Koren, er is erg veel vraag naar.”
De Bokaal behoort tot het groeiende aantal cafe’s in Rotterdam dat lokale bieren schenkt. Ook de schappen van gespecialiseerde slijterijen zoals Bier&zO in de Hoogstraat puilen tegenwoordig uit met Rotterdams bier. Ook daar lopen ze goed, bevestigt de verkoper.
De opkomst van lokaal gebrouwen bier past in een hernieuwde waardering voor alles wat kleinschalig, authentiek, en streekgebonden is. Zoals stadsboerderijen en stadsmarkten zich afzetten tegen industrieel geproduceerd voedsel, zo onderscheiden de ambachtelijke microbrouwerijen zich van multinationals als Heineken en AB InBev. In de Verenigde Staten is dat al wat langer aan de gang, en zijn de makers van craft beer niet meer zo micro.
Gezamenlijk hebben ze al zo’n 20 procent van de biermarkt van de giganten afgesnoept. „Die grote jongens dachten eerst: laat maar gaan, we slaan die lastige wespen wel een keer dood. Nu kunnen ze er niet meer omheen. Vorig jaar heeft Heineken een van de grotere brouwerijen van craft beer in de VS overgenomen. Dat zou hier ook kunnen gebeuren”, zegt Peter Rouwen, brouwer van de vorig jaar geopende Brouwerij Noordt in het Oude Noorden.
Inhaalslag
Voorlopig loopt Nederland nog wat achter op de VS. Toch schieten ook hier brouwerijen als paddestoelen uit de grond. Alleen al in de eerste helft van het jaar kwamen er 38 nieuwe brouwerijen bij, zo liet het Klein Brouwerij Collectief (KBC) onlangs weten. Er zijn er nu al zo’n 420. In Rotterdam zit de groei er pas sinds een jaar of twee in. „We lopen hier wat achter op Amsterdam”, zegt Wouter Steffelaar van van het Brouwersgilde MaasMond. „Waarschijnlijk omdat Amsterdam een rijkere stad is, want ambachtelijk bier is een stuk duurder dan gewoon pils. Maar we zijn met een inhaalslag bezig.”
Lange tijd – vrijwel de gehele vorige eeuw – was Oranjeboom de enige brouwerij in Rotterdam. Nadat de productie naar Breda verhuisde en de brouwerij aan de Oranjeboomstraat tegen de vlakte ging, werd het lang stil, totdat De Pelgrim in Delfshaven in 1996 de deuren opende. Pas twee jaar geleden kreeg de stad er een tweede brouwerij bij met de Kaapse Brouwers op Katendrecht. Het succes was al gauw zo groot dat de installatie te klein was om aan de vraag te voldoen. Nu wordt het leeuwendeel van het Kaapse bier gebrouwen bij De Molen in Bodegraven.
Dat roept een vraag op: wat is dat eigenlijk, Rotterdams bier? Wat koopt een bierliefhebber als hij „Rotterdam” op het etiket van een flesje ziet staan?
Nuchter en minder experimenteel
Soorten en smaken lopen zo uiteen dat er niet zo iets is als een typisch Rotterdams bier. Rouwen: „Al zijn we zijn hier wel nuchter en minder experimenteel. Rotterdammers hebben liever een goed doordrinkbaar biertje. Niet dat bittere en overhopte, waarover we onderling weleens de grap maken: best lekker, maar je zou er wat bij moeten drinken.”
Een meer voor de hand de hand liggend antwoord is daarom: bier dat in Rotterdam wordt gebrouwen. Maar voor een deel van het Kaapse brouwsel geldt dat dus niet. En ook andere „Rotterdamse” bieren zijn niet hier geproduceerd. Andersom komt ook voor: bij Brouwersgilde MaasMond wordt het bier voor de ‘halve Amsterdammers’ van Kek Bier uit Ouderkerk aan de Amstel gebrouwen.
Rotterdam kent maar vier ‘echte’ brouwers, in de zin van: de brouwketels staan in Rotterdam. Die vier zijn De Pelgrim, Noordt, MaasMond en Kaapse Brouwers (zie kaders). Daarnaast zijn er een stuk of tien huurbrouwers: de bedenkers of makers van het bier zijn Rotterdammers, maar ze huren de ketels bij zo’n ‘echte’ brouwerij.
Dat kan voortkomen uit een hobby, bewijst een van de bekendere lokale biermerken: Kaf & Koren. Ontwerpers Thomas Gorree en Maarten van Sprang werden enthousiast van een proeverij, waarna ze besloten zelf te brouwen met een eigen mini-installatie. Omdat hun vrienden steeds vrijwel al het bier opkochten, waardoor er niets voor hen zelf overbleef, besloten ze het met hun bevriende collega Laura Klaassen groter aan te pakken. „We zagen lokale bieren populair worden en hier Kaapse Brouwers en Ketelbink opkomen. Toen wisten we: we moeten het nu doen, anders zijn we te laat”, vertelt Klaassen.
Stadsbrouwerij De Pelgrim is de oudste nieuwe brouwerij in Rotterdam. In 1996 begon de inmiddels overleden bierpionier Harry van de Wiel – bekend van de biercafé’s Cambrinus en Locus Publicus – met het maken van zijn eigen bier in historisch Delfshaven. De huidige brouwer Eric van der Lugt hoopt dit jaar zo’n 50.000 liter bier te produceren, waaronder Stoombier en Mayflower, de vaste bieren van de Pelgrim. De seizoens- en experimentele bieren zijn wisselend. Af en toe brouwt De Pelgrim ook voor derden.
Sinds juli 2015 brouwt Brouwerij Noordt in een voormalige brandweerkazerne aan de Zaagmolenkade in het Oude Noorden. Brouwer Peter Rouwen en zijn compagnon zakenman Aldert Weitering pakken het groots aan: als de uitbreidingen in het pand over een half jaar gereed zijn, kunnen ze 360.000 liter bier per jaar brouwen. Noordt brouwt een stuk of vijftien verschillende soorten bieren, waaronder enkele exclusief voor Rotterdamse horeca, zoals Stoute Aap voor café De Witte Aap, Caviar Stout voor Schmidt Zeevis en Herrie voor Herman den Blijkers visrestaurant Las Palmas.
Wouter Steffelaar brouwde al bier toen hij nog woonde en werkte in Ecuador en liet bij terugkeer zijn installatie naar de haven van Rotterdam verschepen. Daar richtte hij in 2015 het Brouwersgilde Maasmond op, gevestigd in industriegebied Spaanse Polder. Anders dan andere Rotterdamse brouwerijen richt Steffelaar zich met een capaciteit van 15.000 liter ook op productie voor derden. Maasmond brouwt onder meer voor de Rotterdamse merken Trots, District 010, Bebaarde Brouwer en Eurotrash. Als Brouwerij Steffelaar brouwt hij daarnaast zijn eigen twee bieren, Steffelaar Goud en Steffelaar Stout.
Het gaat hard met de Kaapse Brouwers, de brouwerij die sinds 2014 in bedrijf is in de Fenix Food Factory op Katendrecht. Werd er in dat eerste jaar 50.000 liter bier gebrouwen, nu exporteert de brouwerij naar achttien landen en wil initiatiefnemer Tsjomme Zijlstra dit jaar 300.000 liter produceren. Omdat de capaciteit op de Kaap klein is, staat brouwer Daan Kemp vooral op brouwerij De Molen in Bodegraven. Daar komt inmiddels 80 procent van de productie vandaan komt. In november openen de Kaapse Brouwers een vestiging op de Mauritsweg: Kaapse Maria.
Accijns en financiering
De stap van hobby naar professioneel is geen gemakkelijke. „Als je het wilt verkopen, komen er allemaal zakelijke aspecten bij kijken, zoals accijns en de financiering. Daarom is het makkelijker een brouwerij te huren dan om er een te beginnen. We zijn op zoek gegaan, hebben wel 25 brouwerijen gebeld, ook de Rotterdamse. We hebben twee keer bij Wouter Steffelaar gebrouwen, maar omdat de verkoop maar bleef stijgen, wilden we grotere hoeveelheden brouwen, en dan is er in Rotterdam toch een gebrek aan capaciteit.” Kaf & Koren brouwt zijn bier inmiddels over de grens, in Halen bij Brussel. „Ons etiket vermeldt heel bewust ‘Rotterdamse biermakers’ en niet ‘Rotterdams bier”, zegt Gorree.
Ook financieel is professioneel brouwen een hele stap. Een paar honderd liter laten produceren kost je een paar duizend euro. „Wij hebben er in het begin ons spaargeld in gestoken”, zegt Klaassen. „We groeien, maken geen verlies en wat er door verkoop uit komt, stoppen we er weer in terug. Maar we kunnen er geen salarissen van betalen, daarvoor moet je echt massa maken. We doen dit naast ons werk.”
Ervan leven is uiteindelijk wel de bedoeling van Wouter Steffelaar, die als startende ondernemer met steun van de gemeente en met geld van familie en vrienden zijn bedrijf is begonnen. „Het eerste jaar is goed gegaan, maar het is natuurlijk nog heel pril. Voor de continuïteit is er nog wel groei nodig.” Steffelaar wil ook op opdrachten van en samenwerking met anderen. „Vandaar de naam Brouwersgilde, ik wil het ambachtelijke en coöperatieve benadrukken.”
Zit Steffelaar in een loods op industrieterrein Spaanse Polder, Brouwerij Noordt heeft bewust gekozen voor een plek in de stad. „Ik wilde per se binnen een straal van anderhalve kilometer van de Coolsingel zitten”, zegt Peter Rouwen. De verhoogde populariteit van Rotterdam onder bewoners en toeristen moeten bezoekers lokken naar de tapkamer die onlangs is bijgebouwd, waar de bieren van de brouwerij zijn te proeven. „Dit moet uitgroeien tot een bedevaartsoord voor bierliefhebbers.”
Vergeten bier
Zo lijkt er voorlopig nog geen einde te komen aan de toenemende verkrijgbaarheid van Rotterdams bier. Kaapse Brouwers openen een tweede vestiging in het centrum en Eurotrash Brewery begint samen met horeca-ondernemer Ron Sterk een bierlokaal in de Hofbogen, inclusief kleine brouwinstallatie. Eurotrash is het biermerk van de Rotterdamse kunstenaars Arno Coenen en Iris Roskam, bekend van de Markthal. Hun bier komt overigens uit Duitsland.
Symbolisch voor de renaissance van het Rotterdams bier is misschien wel de terugkeer van Oranjeboom, vanaf eind deze maand te koop. Het merk is van United Dutch Breweries in Breda en die laat onder de historische naam d’Oranjeboom bij De Lindenboom in Limburg een princessebier brouwen. Wat de vermelding van Rotterdam op het etiket rechtvaardigt? Het recept van dit ‘vergeten bier’ is teruggevonden in het archief van Oranjeboom.
Frank de Kruif
15 september 2016
BRON: NRC